WSW staat borg voor de geldleningen van deelnemers en beoordeelt in dit kader ook de risico’s van de deelnemers. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van de prognose- en verantwoordingsinformatie van deelnemers (dPi en dVi). De opvraag hiervan verloopt via SBR-wonen. Meer informatie hierover is te vinden op
Deelnemers zijn zelf verantwoordelijk voor de datakwaliteit. WSW voert aanvullend een beoordeling (op hoofdlijnen) van de datakwaliteit uit samen met de Autoriteit woningcorporaties (Aw) en het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO). Mocht deze beoordeling aanleiding geven tot vragen dan wordt een deelnemer benaderd door één van deze drie partijen. Dit kan tot gevolg hebben dat een aangepaste dPi of dVi wordt opgevraagd. Bij het vaststellen van het borgingsplafond en het uitvoeren van de risicobeoordeling kijkt WSW meer in detail naar de aangeleverde gegevens en kan WSW deelnemers vragen om een nadere toelichting.
Aandachtspunten begroting
Onderstaand enkele aandachtspunten voor de meerjarenbegroting in relatie tot dPi2024:
- Wijziging in berekening beleidswaarde: Vanaf dPi24 wordt de beleidswaarde niet langer afgeleid van de marktwaarde, maar bepaald door een contante waardeberekening per complex. Aandacht wordt gevraagd voor de nieuwe systematiek waarop de beleidswaarde wordt bepaald omdat deze de grondslag vormt voor de LTV en solvabiliteit.
- Realiseerbaarheid van de meerjarenbegroting: WSW benadrukt dat de meerjarenbegroting een realistische inschatting moet bevatten van het investeringsprogramma en de bijbehorende kasstromen waardoor deze een zo realistisch mogelijk beeld geeft van de financieringsbehoefte.
- Belang van scenario-analyses: Scenario-analyses worden steeds belangrijker voor het beoordelen van de gevoeligheid van de meerjarenbegroting voor externe ontwikkelingen. WSW verwacht dat relevante scenario’s en bijsturingsmogelijkheden worden opgenomen in de toelichting bij de meerjarenbegroting.
In deze
Sanering en obligo
In het kader van dPi informeert WSW zijn deelnemers jaarlijks welke bedragen voor saneringsheffing en obligoheffing moeten worden opgenomen. Onderstaand informatie over de in te rekenen saneringsheffing en obligoheffing in relatie tot de tien prognosejaren in dPi 2024.
Saneringsheffing
Net als vorig jaar hoeven corporaties geen bedrag voor saneringsheffing op te nemen in dPi. Dit laat onverlet dat - afhankelijk van nieuwe ontwikkelingen – op enig moment door de saneerder een saneringsheffing opgelegd kan worden op grond van artikel 58 van de Woningwet.
Obligoheffing
Deelnemers van WSW dienen in dPi (DAEB-tak) rekening te houden met te heffen obligo. Dit is noodzakelijk om de soliditeit van het stelsel met een stijgend geborgd leningvolume te kunnen waarborgen. Daarom vraagt WSW zijn deelnemers in de tien prognosejaren elk jaar obligo in te rekenen ter grootte van 0,167% van het verwachte geborgd schuldrestant ultimo voorgaand jaar. Dit percentage is de helft van het vastgesteld maximaal jaarlijks obligo, en is gelijk aan vorig jaar.
Het daadwerkelijk te heffen obligo kan afwijken van dit ingerekende bedrag. Dit te heffen obligo zal blijken uit een jaarlijks door WSW gepubliceerde liquiditeitsprognose, en uit communicatie hierover aan de individuele deelnemer van WSW.